Disclosure voor sprekers op
nascholingsbijeenkomsten

Disclosure belangen spreker: geen

(potentiële) Belangenverstrengeling: geen
WDH, Breda
Januari 2014
Het mannelijk genitaal
I.E.W. van Onna & P.J.Posthumus, uroloog
Indeling van de avond

Erectiele dysfunctie
Penispathologie

Pauze

Scrotalepathologie

Definitie erectiestoornis
WHO (1999)

Het herhaaldelijk niet of onvoldoende
(lang) optreden van een verstijving van de
penis (erectie) voor bevredigende
seksuele activiteit.
Onder seksueel disfunctioneren wordt verstaan
de toestand waarin iemand een verandering
doormaakt in het seksueel functioneren,
die als onbevredigend wordt ervaren.
Seksuele disfunctie behelst vermindering van:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Frequentie en kwaliteit erectie
Ochtend erectie
Coïtus
Libido
Ejaculatie mogelijkheid
Orgasme beleving
Fysiologie van de erectie
Dwarsdoorsnede van de penis
rust
erectie
Erectieproblemen - Epidemiologie
In 1998 300,000 mannen in Nederland.
Dit is het aantal mannen dat hun erectiestoornis als een probleem
ervaart.
Door vergrijzing, bekendheid met medicatie voor ED is dit getal sterk
toegenomen – ca 800,000
Seksuele activiteit
Meerderheid van de
mannen blijft seksueel
actief bij toename
van de leeftijd.
Leeftijdsgerelateerde afname van
seksuele functie
Hormonaal
Vaten
Afname van testosteron
Verminderde functie vaatbekleding
Verminderde gevoeligheid voor
Testosteron
Toename van de aanrakingsgevoel drempel
Verminderde elasticiteit zwellichaam van de
penis
 Wat
zijn de belangrijke oorzaken van
ED?
Factoren die bijdragen aan ED

Lichamelijke factoren:

Veroudering

Hart- en vaatziekten

Suikerziekte

Hoog cholestrol

Hoge bloeddruk

Hormonale status (testosteron tekort, schildklier)

Bestraling/chirurgie in het bekken

Dwarslaesie

Multiple sclerose en zenuw aandoeningen

M. Peyronie

Intoxicaties (roken, drugs, alcohol)

Medicatie (o.a. betablokkers, diuretica, SSRI’s)
Lichamelijke Oorzaken
Erectiestoornissen
6%
Suikerziekte
40%
30%
Hormonaal
Bekken letsels
Ruggemerg letsel
Vaatlijden
Multiple Sclerosis
8%
10%
6%
Factoren die bijdragen aan ED
 Psychische
factoren:

Depressie

Angst

Relatieproblemen

Verdriet (rouw)

Life events

Gebrekkig probleem oplossend vermogen
Factoren die bijdragen aan ED
 Seksuologische
factoren:

Prestatiedwang/Faalangst

Beperkt erotisch repertoire

Inadequate seksuele stimulatie

Verschil in verlangen

Irreële verwachtingen
Levenstijl en Seksuele functies





Medicatie
Roken
Alcohol
Overgewicht
Lichaamsbeweging
Medicatie en Seksuele Disfuncties (SD)

Van aantal geneesmiddelen is het mechanisme reeds
bekend

Aantal medicaties zijn van levensbelang
• Geneesmiddelen die als bijwerking ED kunnen
veroorzaken zijn:
antihypertensiva
antidepressiva
NSAID’s
antipsychotica
H2-antagonisten
hormonen
sedativa
Roken

Rokers:



Dubbel risico voor ED – 24% vs 14%
Negatief effect op behandeling Erectiele
Disfunctie (ED)
Stoppen - snelle daling van het risico
op aderverkalking
Alcohol

“Provokes the desire but takes away the
performance” (Shakespeare)


1-2 E/dag – beschermend
In Ned 22% van de mannen drinken >2 E/d
Testosteron concentratie verlaagd

Bij vrouwen – orgasme vertraging

Diagnose ED legt ook andere serieuze
ziekten bloot



Hoge bloeddruk
 68% van de mannen met hoge bloeddruk heeft in meer
of mindere mate ED
Hoog cholestrol
 60% van de mannen met ED heeft dyslipidemie
Hart ziekten
 56% van de mannen met ED heeft een positieve stress
test
 40% van de mannen met ED heeft significante
coronaire vaatvernauwingen
ED is hart breaking condition!!!
Conclusie: erectiele dysfunctie
rechtvaardigt cardiovasculaire
screening
Stel altijd een risicoprofiel op bij patiënten:
NHG standaard:
Cardiovasculair
management

met
doorgemaakte HVZ, diabetes mellitus (DM),
reumatoïde artritis (RA) of chronische nierschade
met een belaste familieanamnese voor HVZ (vader,
moeder, broer of zus met HVZ < 65 jaar)
bekend met een systolische bloeddruk (SBD) > 140
mmHg of antihypertensivagebruik
bekend met een totaal cholesterol (TC) > 6,5 mmol/l of
statinegebruik
die roken en ≥ 50 jaar
Urologisch begrip omtrent het target organ

Anatomisch model:




Relatietherapie bij Pca/ ED




Cerebrum
Prostaat
penis
Na radicale chirurgie
Na radiotherapie
Hormonale therapie
Therapie ED:
Oplossingen Erectiestoornissen
Beïnvloeding oorzaken
Levensstijlfactoren
 Psychosociale factoren
 Seksuele techniek
 Medicatie / Drugs
 Hormonale therapieën

Behandeling : praten – pillen (5-PDE remmers) - prikken
%
Resultaten
na 3 maanden “life style”
Cerebrum:
Cerebrum: visueel
Cerebrum:
zelfbeeld
Cerebrum
 Zelfbeeld
 Metabool syndroom

Behandelingsmogelijkheden
Verandering
risico factoren
1lijn
Oraal
2 lijn
Lokaal
therapie
3 lijn
Operatief
Seksuele counseling
1.
2.
3.
4.
PDE-5 REMMERS
VASO-ACTIVE STOFFEN
VACUUM POMP
PENIS PROTHESE
PDE5-remmers
Erectiel mechanisme
NO
cGMP
SMR
5PD
NO: stikstofoxyde
cGMP: cycliisch guanoside monoph.
SMR: smooth muscle relaxation
5-PD: 5 phoshodiesterase
PDE5-remmers
Werking 5-PDI
nO
5-PDI
cGMP
5-PD
SMR
Werkingsmechanisme PDE-5 remmer
α-blokkers
prostaglandine E
Erectie pillen (PDE-5 remmers):
effect en bijwerking
Effect: 68 - 83% succes
Verschil in snelheid en duur van de werking
Bijwerkingen:
Hoofdpijn
Visuele strs.
Duizeligheid
Rhinitis
Niet gebruiken bij: Nitraten !!
Recent hart infarct/beroerte
vardenafil
tadalafil
sildenafil
Levitra
Cialis
Viagra
Gerichte werking
PDE-5 (selectiviteit)
+++
+
++
Effectiviteit (SEP 3)
Succes 1e dosis
74 %
10 mg
56 %
10 mg
54 %
50 mg
Snelle werking
+++
++
+
Werkingsduur
tot 8-12 uur
tot 36 uur
tot 4-5 uur
Frequentie
max 1/dag
niet dagelijks
max 1/dag
Startdosering
(verhogen indien
nodig)
10 mg
10 mg
50 mg
prijs (euro) van start
dosering
Z-index September
2008
37,81
49,61
37,81
Erectie pillen via het internet

Onderzoek van het RIVM:



Tot 95% neppillen
Soms gevaarlijke stoffen
Missen de kans voor opsporen van gevaarlijke
aandoeningen
Androskat
Intra corporele injectie
 Titreren
 Acceptatie
 Cave priapisme: R/ adrenaline

vacuum pomp
Bij sex shop goedkoper
Koude penis
Gedoe…acceptatie
Goedkoop
penis prothese
Testosteron Therapie
Toekomst verwachtingen
“Langdurige hormonale substitutie
kan / zal
verouderings proces vertragen
èn
kwaliteit van leven verbeteren”.
(Vermeulen)
Testosteron therapie

Gunstig effect op
Buik vetmassa
dyslipidemie
insuline-resistentie
diastolische bloeddruk
grijpkracht
botdichtheid
stemmingen
(Marin)
Testosteron therapie
Seksualiteit
♂ Lage T zelden oorzaak van ED
♂ Echter
♂ Herstel van seksueel verlangen
♂ Verbetering in aantal spontane erecties
♂ Verbetering in effect van PDE-5 remmers (Erectie, Orgasme)
Shabsigh. J Urol 2004,Shabsigh J Sex Med 2005, Corona Int J Impot Res 2004, Zhang. Eur Urol 2005
Risico’s van Testosteron therapie op
Prostaat kanker - geen
Peyronie
Morbus Peyronie

Markies François Gigot de le Peyronie
1743

lijfarts van koning Lodewijk XV
Eerste publicatie: 1561 Fallopius
Peyronie
M. Peyronie




Stugge fibrosering van tunica
albuginea
Leidt tot abnormale kromming en
misvorming van de penis.
In de acute fase (tot 12 mnd) pijn bij
erectie
Incidentie:



1 - 3.5%
Neemt toe met de leeftijd
Oorzaak:



Vasculitis
Microtrauma
Relatie met M. Dupuytren

Behandeling:





Vitamine E
Verapamil injectie
RT
Vele andere
behandelingen
Operatief!
Penis “fractuur”

Buck
……..Buck’s
fascie
……..Buck
Circumcisie
In den beginne 1
•Afbeelding uit 2800 Ac.
•Mummies; religieus?
•Joden: Genesis XVII
In den beginne 2
•
•
Strafmaatregel ( masturbatie)
1891 medische indicaties volgens Remondino:
alcoholisme, epilepsie, astma, reuma,
hoofdpijn.
•W.O. 1: preventie venerische ziekten.
•± 1930: preventie penis carcinoom.
•± 1950: preventie cervix carcinoom.
Huidige indicaties tot circumcisie
Religieuze
Echte
redenen
phimosis
Recidiverende
Verlittekende
Para
balanitis
voorhuid
phimosis
Huidige indicaties tot circumcisie
Religieuze redenen:
1.Islamitisch religieus
- op elke leeftijd kaal
2.Joods religieus
- op dag 5 post partum door mohel
Huidige indicaties tot circumcisie
Echte phimosis:
• Niet voor eerste levensjaar
• Geen congenitale penis pathologie
• Emla crème
• Liefst na 5e levensjaar
• Adheasiolyse?



Verlittekende
voorhuid (LSA)
balanitis
Paraphimosis
(spaansekraag)
Paraphimosis




Oedemateuze en pijnlijke zwelling
van de voorhuid wanneer de
voorhuid gedurende lange tijd over
de glans is teruggetrokken.
Zeer pijnlijk
Door stuwing gevaar voor de glans
Behandeling:



Oedeem weg duwen door circulair
druk
Dorsoslit
Later circumcisie
Techniek radicale circumcisie
Plastibell
Kragen
vrije
techniek
techniek
hand techniek
“step
by step” techniek
guillotine
techniek
Alternatieven:
Corticostereoid
partiële
dorsal
crème locale applicatie
circumcisie
slit / ventral slit
voorhuid
verwijdings plastiek
frenulotomie
Alternatieven
Partiële
dorsal
circumcisie
slit:
bij para-phimosis :
praktische redenen
sec. alsnog een
circumcisie
Complicaties
2-10%
oedeem
(na)
bloeding
infectie
/ sepsis
fisteling
meatus
stenose
sensibiliteitsvermindering
slecht
cosmetisch resultaat
contra-indicaties
keuze
van de ouders
prematuriteit
belangrijke
neonatale ziekten
hemorrhagische
Hypospadie
direct
diathese
/ epispadie
postnataal
Frequentie
 10.000 voorhuid ingrepen per jaar.
Circumcisie voorkomt balanitis
- forceren: microtraumata
- goede hygiëne: geen balanitis
+ slechte hygiënische toestanden
+ diabetes
Circumcisie voorkomt peniscarcinoom
- komt voor bij met en zonder.
- co-factoren: roken, HPV-infectie.
- U.S.A.: meer doden aan cc dan aan
peniscarcinoom.
De voorhuid als oorzaak van cervixca
- ONNAUWKEURIGE STUDIES
- EERDER RELATIE MET HPV-INFECTIE
Circumcisie vermindert risico SOA, AIDS
-preventie d.m.v. opvoeding
- specifiek organisme
+ mogelijk relatie slechte hygiëne/
balanitis/ontvankelijkheid HIV
Circumcisie vermindert ejaculatio praecox
- verhoorning glans: minder sensibel.
- ook besneden mannen met ejaculatio praecox.
- psychisch probleem.
Conclusie 1
Ondanks de vele officieel
gepubliceerde standpunten blijft
er een grote dosis controverse
bestaan met name over de
indicaties voor de routine
neonatale circumcisie.
Conclusie 2
Voor het 5e levensjaar moet
men de gezonde voorhuid
ongemoeid laten. Daarna lijkt
goede hygiëne in ieder geval
belangrijk voor alle mannen of
ze nu besneden zij of niet.
Conclusie 3
Mede in het licht van de vele mogelijke
complicaties moet de uroloog steeds
zorgvuldig zijn indicatie tot een ingreep
blijven stellen, alternatieven overwegen en
een procedure uit routine overwegingen
zonder meer verwerpen
Verzekeraar
pauze
Mannelijk genitaal
Voornamelijk reproductief
 Scrotum:
- Testis
- Epididymis
- Vas deferens / funiculus
 Spermatogenese
- testis aanmaak
- epididymis uitrijping en
opslag
 Testosteron
Casus; anamnese








man, 19 jr
sinds 3 uur acuut progressieve, hevige pijn in L
hemiscrotum
wel eens eerder gehad, ging vanzelf over
geen trauma
begon tijdens sporten
misselijk
geen koorts
plassen niet pijnlijk
Casus; lichamelijk onderzoek






licht gezwollen, geen roodheid
palpatie zeer pijnlijk
bij optillen testikel meer pijn
L testis hoger in scrotum dan R
R testis glad, niet pijnlijk, epididymis
afgrensbaar
R testis ligt horizontaal in scrotum
Differentiaal Diagnose?
DD acute scrotale pijn
Vaak voorkomende oorzaken



torsio testis
torsio appendix testis / appendix epididymis
acute epididymitis/ epididymo-orchitis
DD acute scrotale pijn
Zeldzamere oorzaken acute scrotale pijn








bloeding in neoplasma / cyste
beklemde liesbreuk / scrotaalbreuk
varicocèle / thrombose plexus pampiniformis
referred pain bij uretersteenkoliek
Hydrocèle
Adductor tendinitis
N. ilio-inguinalis neuralgie
Coxarthrose
Anatomie
Anatomie
Torsio testis; epidemiologie en
pathofysiologie




Alle leeftijden, piek 8-18 jr
Incidentie mannen < 25jr 1:4000 / jr
Lang/smal mesorchium => dwarse ligging testis => torsie
funiculus spermaticus => veneuze stuwing => oedeem =>
arteriële obstructie => ischemie
Later onstekingsreactie en atrofie
Torsio testis; etiologie




Bel-klepel anomalie
Retentio testis
Scrotaal trauma
Testistumor (veranderd zwaartepunt)
Torsio testis; kliniek






Voorafgaande pijnepisodes => spontane
detorsie bij 1/3 van de mannen
Meestal acuut begin pijn, soms subacuut
Luxatie door coïtus, koude
Testis hoog in scrotum, epididymis afgrensbaar,
horizontale testis
Cremaster reflex vaak afwezig
Later reactieve hydrocele, erytheem, ecchymose
Torsio testis
Torsio testis; 2 vormen
A.
Extravaginaal: neonaten => torsie van testis,
epididymis, tunica vaginalis om verticale as
B.
Intravaginaal: adolescenten => torsie binnen de
tunica vaginalis
Torsio tests; aanvullend onderzoek

Urineanalyse: leukocyten, bacteriën
Lab: leuco´s, CRP
Dopplerechografie/ Color-Doppler

Bij twijfel: exploratie!!


Torsio testis; therapie






Manuele detorsie
Chirurgie binnen 6 uur!
Scrotale incisie,
vrijprepareren testis,
detorderen
Vitale testis => orchidopexie
Avitaal => orchidectomie
Altijd contralateraal
orchidopexie
Torsio testis; prognose






< 4 uur ischemie: 100 %
succes door chirurgie
6-16 uur: 75%
> 16 uur: 25%
> 24 uur: necrose
Ischemie > 6 uur:
testisatrofie
Bij necrose altijd
orchidectomie
Torsio appendix testis









alle leeftijden, piek 6-16 jr
2-4 mm groot, overblijfsel buis van Müller
eigen vaatsteel
vaak minder hevig dan bij torsio testis
blue dot sign
palpatie goed mogelijk
lokale zwelling en drukpijn
geen verschil positie testis
pijnstilling
Acute epididymitis/orchitis



alle leeftijden, vaker bij volwassenen
infectie vanuit prostaat, urethra of blaas
soms uitbreiding naar testis: orchitis
Epididymitis; kliniek





voorafgaande mictieklachten of afscheiding
acute pijn, vaak ook geleidelijk ontstaan
zwelling, roodheid
in acute stadium koorts bij 25 %
epididymis wel afgrensbaar bij epididymitis,
niet bij epidydimo-orchitis
Epididymitis, etiologie

SOA´s


Iatrogeen


C. Trachomatis, N. Gonorrhoeae
catheters, urologische ingrepen
Structurele afwijkingen urinewegen, hoge
blaasdrukken, residuvorming


Kinderen: ectope ureter, urethrakleppen
Volwassenen: urethrastrictuur, BPH
Epididymitis; therapie





Onderliggende oorzaak?
langdurig (4 - 6 weken) antibiotica en rust
kweek: AB aanpassen
bij abcesvorming incisie en drainage
bij twijfel exploratie!!
Epididymo-orchitis




Bijna nooit geisoleerd
Indien geisoleerd – denk aan bof
Meestal opstijgend infectie
Predisponeren: urethritis of urethrastrictuur

Acuut, pijnlijke zwelling soms met koorts en
koude rillingen. Soms ook cystitis klachten

Onderzoek:



Zwelling met roodheid
Pijn
Moeilijk te ondersccheiden tussen epididymis
en testis

Gevaar: Scotaal abces

Behandeling


Breedspectrumantibiotica voor 2 weken( 4-6)
na afname van kweek
Bedrust, analgetica, hoogleggen
Casus
25 jarige man
 VG: maldescensus testes
 Sinds 1 week scrotale zwelling links bemerkt
 Niet pijnlijk bij aanraking
 Geen mictieklachten

DD scrotale zwelling
Testistumor
 Hydrocèle
 Spermatocele/epididymiscuste
 Varicocèle
 Tunica albugineacyste
 Liesbreuk / scrotaalbreuk
 Torsio testis
 Epididymitis

Testistumor; epidemiologie
Incidentie 6:100000, neemt toe
 Piekleeftijd 20-40 jaar
 2% bilateraal
 Cryptorchisme RR 4-7, blijft na orchidopexie
 Testiculaire microlithiasis???

Testistumor; kliniek

90% kiemceltumoren



Seminoom 55%
Non-seminoom 45%
10% anders



Sertoli-cel tumoren
Leydigcel tumoren
Maligne lymfoom
Testistumor; kliniek
Pijnloze zwelling, 10% acute pijn
 10% symptomen van meta’s
 gynaecomastie in 5% (β-HCG)
 50% van pt presenteert zich met
meta’s, delay van 2 maanden!!
 Zelfonderzoek propageren

Testistumor; onderzoek
Anamnese en lichamelijk
onderzoek
 Echo scrotum (must!)
 Tumormarkers αFP, β-HCG en LD

Testistumor – Proteine
markers
• Ultrasensitief
• Kan al kleine tumor detectie geven
• Diagnose, stadiering, monitoring,
en prognose
α-foetoproteine
• Serum proteine van het embryo
• Fetal yolksac, lever, intestinaal
• Serum t ½: 5-7 dgn
β-HCG
• Excretie product van de placenta
• Syncytiotrophoblast cellen
• Serum t ½: 24-48 uur
LDH
Verhoogd bij:
• vergevorderd testis carcinoom 80%
Testistumor; onderzoek
Bij dyspneu X-thorax
 CT thorax en CT abdomen voor stadiering
 Orchidectomie
 Semencryopreservatie

Testistumor- Behandeling

Semen preservation

Prosthesis
Testistumor- Behandeling
•
•
inguinale benadering
funiculus afklemmen
Testicular tumor - Treatment
Testicular tumor - Treatment
Prosthese
Testistumor– Pathologieverslag
Tumor diameter
 Tumor type, percentage embryonaalcel
 Locale uitbreiding
 (Lymph)angio-invasieve groei
 Funiculus vrij
 CIS

Lymfedrainage links
Lymfedrainage rechts
Therapie seminoom
Stadium I paraaortale radiotherapie /1x
chemo
 LK meta´s > 5cm of hematogene meta´s
 chemotherapie

Therapie non-seminoom
Geen meta´s  controle
maandelijks (25% alsnog meta´s
tijdens follow-up)
 Meta´s  chemotherapie (BEP)
 Restlaesie na chemo  operatie




Necrose
Matuur teratoom
Vitaal tumorweefsel  nog meer
chemo
Prognose na testistumor
Seminoom stadium I en II
 Seminoom stadium III en IV
 Non-seminoom stadium I
 Non-seminoom, weinig tumor
 Non-seminoom, veel tumor

95%
70-90%
99%
70-90%
40-70%
De niet ingedaalde testis
(NIT)
De niet ingedaalde testis
Een niet ingedaalde testis dient verwezen te
worden op de leeftijd van
a. 6 maanden
b. 1 tot 2 jaar
c. 6 jaar
d. na de puberteit
De niet ingedaalde testis
Een niet ingedaalde testis dient verwezen te
worden op de leeftijd van
a. 6 maanden
b. 1 tot 2 jaar
c. 6 jaar
d. na de puberteit
De niet ingedaalde testis
Een retractiele testis
a.
Komt in het scrotum bij hoesten en persen
b.
Kan door een manuele strijkbeweging in
het scrotum worden gebracht en blijft bij
loslaten in het scrotum
c.
Wordt veroorzaakt doordat de cremaster
reflex vlak na de geboorte afwezig is
d. Ligt in subcutane positie buiten het
lieskanaal
De niet ingedaalde testis
Een retractiele testis
a.
Komt in het scrotum bij hoesten en persen
b.
Kan door een manuele strijkbeweging in
het scrotum worden gebracht en blijft bij
loslaten in het scrotum
c.
Wordt veroorzaakt doordat de cremaster
reflex vlak na de geboorte afwezig is
d. Ligt in subcutane positie buiten het
lieskanaal
De niet ingedaalde testis
1.
2.
a.
b.
c.
d.
Een retactiele testis dient gecontroleerd te
worden
Een retractiele testis kan geopereerd
worden bij pijnklachten
Bewering 1 is juist en bewering 2 is onjuist
1 onjuist en 2 onjuist
1 juist en 2 juist
1 onjuist en 2 juist
De niet ingedaalde testis
1.
2.
a.
b.
c.
d.
Een retactiele testis dient gecontroleerd te
worden
Een retractiele testis kan geopereerd
worden bij pijnklachten
Bewering 1 is juist en bewering 2 is onjuist
1 onjuist en 2 onjuist
1 juist en 2 juist
1 onjuist en 2 juist
De niet ingedaalde testis
prevalentie

Bij geboorte: 2-3%

Na 9 maanden: 1% (8:1000)

Bij vroeggeboorte: 25-30%
unilateraal : bilateraal = 3-5 : 1
De niet ingedaalde testis
Indeling:

Retractiele testis

Niet scrotale testis (NST)

Ectopische testis

Verworven niet-scrotale testis (ascensus
testis): directe verwijzing
De niet ingedaalde testis

Retractiele testis
Testis kan manueel in het scrotum worden
gebracht. Bij het los laten blijft de testis in
het scrotum.
Testis trekt zich bij hoesten of persen op.
De niet ingedaalde testis

Niet scrotale testis (NST):
Testis is in het scrotum te manipuleren
maar trekt zich meteen terug na loslaten
of bevindt zich boven, in of net buiten het
lieskanaal in de richting van het scrotum.
De niet ingedaalde testis

Ectopische testis
Hierbij is de testis keurig door het
lieskanaal ingedaald, maar heeft hierna
een verkeerde route genomen:
subcutaan, bovenbeen, liesplooi etc.
De niet ingedaalde testis
therapie
Orchidopexie bij NST is gunstig voor de
latere fertiliteit
 Operatie is alleen zinvol t.a.v. fertiliteit
indien dit op de leeftijd van 8-12 maanden
wordt uitgevoerd.

De niet ingedaalde testis
therapie

Vaderschap bij mannen met een enkelzijdige
NST verschilt niet van dat bij mannen die maar 1
testis hebben

Dit is geen argument om af te zien van
orchidopexie bij een NST met een normaal
ingedaalde contralaterale testis, aangezien deze
wel ingedaalde testis vaak, zij het minder
ernstige, afwijkingen laat zien
De niet ingedaalde testis
therapie

Orchidopexie van een NST bij een oudere jongen
heeft geen gunstig effect meer op de fertiliteit.

Indien de operatie voor de puberteit alsnog wordt
gedaan is er wel een belangrijke verlaging van de
kans op testiscarcinoom
De niet ingedaalde testis
therapie

Kans op testiscarcinoom in NST na
orchidopexie


voor de puberteit is 2 x zo groot dan in de
normale populatie
op 11 - 13 jaar: minimaal 5 x zo groot!
De niet ingedaalde testis
therapie

Retractiele testis
Hierbij is operatieve behandeling absoluut
gecontraïndiceerd.
De niet ingedaalde testis
therapie

Ectopische testis
Hierbij is altijd operatieve behandeling
noodzakelijk
De verworven niet-scrotale
testis

Volgens “ballenkaart” bij geboorte testis in
scrotum

Later niet meer door de scrotumpoort in
het scrotum te brengen
De verworven niet-scrotale testis
therapie

Geen duidelijke consensus

70% van deze testes daalt tegen de puberteit
weer af in het scrotum

Orchidopexie heeft de voorkeur indien deze
testes niet zijn ingedaald in aan het begin van de
puberteit
De niet ingedaalde testis
therapie
Absoluut operatief:
 Ectopische testis
 Niet scrotale testis:



voor fertiliteit: 2e helft 1e jaar (vanaf 6 maanden)
voor afname kans op testiscarcinoom: voor puberteit
Retractiele testis met liesbreuk / open processus
vaginalis
Absoluut conservatief:
 Retractiele testis
Varicocèle, spermatocèle,
Haematocèle, hydrocèle
Varicocèle
a. Varicocèle komt niet dubbelzijdig voor
b. Behandeling van Varicocèle geeft in 70 %
verbetering van de semenkwaliteit
c. 5 % van de mannelijke bevolking heeft een
Varicocèle
d. Bij een Varicocèle is altijd sprake van
normaal sperma
Varicocèle, spermatocèle,
Haematocèle, hydrocèle
Varicocèle
a. Varicocèle komt niet dubbelzijdig voor
b. Behandeling van Varicocèle geeft in 70 %
verbetering van de semenkwaliteit
c. 5 % van de mannelijke bevolking heeft een
Varicocèle
d. Bij een Varicocèle is altijd sprake van
normaal sperma
Varicocele, spermatocele,
haematocele, hydrocele
a.
b.
c.
d.
Bij een hydrocèle testis is de testis niet en bij
een spermatocèle is de testis wel te
palperen los van de zwelling
Bij een hydrocèle wel en bij een
spermatocèle niet
Bij een hydrocèle wel en bij een
spermatocèle wel
Bij een hydrocèle niet en bij een
spermatocèle niet
Varicocele, spermatocele,
haematocele, hydrocele
a.
b.
c.
d.
Bij een hydrocèle testis is de testis niet en bij
een spermatocèle is de testis wel te
palperen los van de zwelling
Bij een hydrocèle wel en bij een
spermatocèle niet
Bij een hydrocèle wel en bij een
spermatocèle wel
Bij een hydrocèle niet en bij een
spermatocèle niet
Varicocèle, spermatocèle,
Haematocèle, hydrocèle
1. Een hydrocèle kan niet recidiveren
2. Een spermatocèle kan wel recidiveren
a.1
is juist en 2 is onjuist
b.1 is juist en 2 is juist
c.1 is onjuist en 2 is onjuist
d.1 is onjuist en 2 is juist
Varicocèle, spermatocèle,
Haematocèle, hydrocèle
1. Een hydrocèle kan niet recidiveren
2. Een spermatocèle kan wel recidiveren
a.1
is juist en 2 is onjuist
b.1 is juist en 2 is juist
c.1 is onjuist en 2 is onjuist
d.1 is onjuist en 2 is juist
Spermatocèle / epididymiscyste
Meestal asymptomatisch
 Glad/cysteus, vast aan epididymis of funiculus
 Ontstaan door infectie, obstructie, trauma
 Transilluminatie
 OK bij mechanische klachten (cave fertiliteit)

Hydrocèle
•Vochtcollectie tussen bladen tunica vaginalis
•Kinderen open processus vaginalis
•Volwassenen stoornis aanmaak – resorptie
•Infectie
•Trauma
•Tumor
•Idiopathisch
Hydrocèle
•Testis niet apart palpabel
•Transilluminatie
•Echografie
•Bij mechanische symptomen
hydrocelectomie
•Aspiratie-sclerotherapie weinig
effectief
Varicocèle
Echo scrotum
 Graad I-III en volume testes
 Geen standaard semenanalyse

Varicocèle epidemiologie

15% van de mannelijke populatie heeft varicocèle

Een varicocèle komt voor bij 19-39% van de mannen
met fertiliteitsproblemen

30% van de varicocèles ontstaan voor de
puberteit
Varicocèle epidemiologie

80% van de mannen met een varicocèle
vertoont normaal sperma
Varicocèle diagnose
Onderzoek scrotum: liggende houding
staande houding
eventueel Vasalva proef
Varicocèle is voornamelijk een klinisch diagnose
“Hulpmiddelen”: niet zinvol
Varicocèle
Wat moeten we ermee?
Schade aan testis door:
 te warme opslag testis ?????
 Te hoge hydrostatische druk
Cave: varicocèle voor de puberteit
Varicocèle
Wat moeten we ermee?
Te verwachten schade:
Vermindering van het aantal
spermatozoën
 Toename afwijkende vormen
 Afname van de beweeglijkheid

Wanneer operatieve behandeling van
pre-puberale varicocèle ?

Bij een forse al of niet sympomatische varicocèle

Bij verschil in testisvolume li:re van meer dan 3ml
Varicocèle therapie
Operatieve technieken
 Hoge onderbinding:



Palomo
Inguinale onderbinding vlgs. Ivanissevich
Percutane technieken



Occlusie van v. spermatica d.m.v. scleroserende
vloeistof, afkoppelbare ballon of veer
Antegrade scrotale sclerotherapie (zeer dubieus)
Laparascopische technieken (dubieus)
Varicocèle therapie
Behandeling
van een varicocèle geeft in
70% verbetering van de semenkwaliteit.
Een
recent prospectief Rotterdams
onderzoek laat ook een duidelijke hoger
zwangerschapsresultaat zien!
Bedankt en tot ziens.