Z UZ GENT HEEFT NIEUW PET-CENTRUM Snellere en scherpere PET-CT-beelden Het UZ Gent heeft een nieuw PET-centrum, met een hoogperformante PET-CT-scanner die doorloop- en wachttijden verkort. De nodige­radioactieve speurstoffen maken­ we voortaan in eigen beheer aan. B ij Positron Emissie Tomografie (PET) krijgt de patiënt een kleine hoeveelheid van een radioac­ tieve speurstof of tracer ingespo­ ten. Meestal wordt als tracer een radioactieve vorm van glucose gebruikt. De PET-scanner meet in weefsels en organen de verdeling van de radioactieve glucose en laat zo precies zien waar de tracer geconcentreerd zit. Kankercellen nemen meer glucose op: een hoge concentratie kan dus wijzen op een tumor. Een PET-scan is abso­ luut veilig: de radioactiviteit die wordt gebruikt is extreem laag. Dat geldt ook voor de concentratie van de speurstof, zodat er geen bijwerkingen zijn. vergelijkbaar. De hybride PET-CTscanner past daar een mouw aan door de beeldvormingstechnieken te combineren. Het UZ Gent beschikt al sinds 2004 over zo’n hybride PET-CT-­ scanner. Die is sinds juli 2014 vervangen door een scanner van de nieuwste generatie. Prof. dr. Ingeborg Goethals (dienst Nucle­ aire G ­ eneeskunde): ‘De nieuwe, hoogperformante scanner levert scherpere beelden op, die een snellere en meer accurate diagnose mogelijk maken. Het PET-onder­ SCHERPERE BEELDEN De PET-beeldvorming wordt aangevuld met een ‘computed’ tomografie (CT-scan), die de anato­ mie van het lichaam gedetailleerd in beeld brengt. Door beide scans samen te voegen, kunnen we zien waar tumoren en andere afwijkin­ gen zich precies bevinden. Vroeger werden PET- en CT-scans op verschillende toestellen genomen. Doordat de positionering van de patiënt nooit precies dezelfde was, waren beide scans nooit perfect ‘Het PET-onderzoek duurt een stuk korter, wat het comfort voor de patiënt verhoogt en de wachttijden vermindert.’ ZORG 15 Prof. dr. Ingeborg­Goethals, dienst Nucleaire Geneeskunde zoek duurt een stuk korter, wat het comfort voor de patiënt verhoogt en de wachttijden vermindert. Voortaan staat in het UZ Gent één verpleegkundig team in voor PET- en CT-scans. Ook dat verhoogt de ­efficiëntie.’ Het PET-onderzoek duurt een stuk korter, wat het comfort voor de patiënt verhoogt en de wacht­ tijden vermindert. Voortaan staat in het UZ Gent één verpleegkundig team in voor PET- en CT-scans. Ook dat verhoogt de efficiëntie.’ Het PET-centrum wordt het meest gebruikt in de oncologie: niet alleen voor de diagnose, maar ook om de therapierespons van de diverse behandelingen in beeld te brengen en op te volgen. Maar er zijn nog heel wat andere toepassin­ gen. Prof. dr. Goethals: ‘PET-scans worden bijvoorbeeld ook gebruikt in de biologische psychiatrie, bij aandoeningen als depressie of eet­ stoornissen – niet om de diagnose te stellen, maar wel om het even­ tueel biologisch substraat van de aandoening in beeld te brengen.’ CYCLOTRON IN EIGEN­ BEHEER­ De radioactieve speurstof voor PET-scans wordt aangemaakt in een cyclotron. Het meest gebruikt­ wordt F-18, een onstabiele radio­ actieve isotoop van fluor. Die wordt ingebouwd in suiker, wat de stabiele speurstof F-18 FDG (fluorodeoxyglucose­) oplevert. Daarnaast worden in het UZ Gent nog andere speurstoffen gebruikt, zoals F-18 fluorocholine, voor de beeldvorming van prostaat­ carcinoom, of F-18 aminozuur­ tracers voor hersentumoren­. Prof. dr. Goethals­: ‘Die tumoren zijn erg heterogeen. Een PET-scan toont het meest maligne deel van de her­ sentumor, zodat de neurochirurg daar een biopsie kan nemen.’ Tot voor kort werd het cyclotron beheerd door een joint venture van het UZ Gent, de UGent en een privébedrijf. Het UZ Gent heeft het nu in eigen beheer genomen. Jan Vercruysse­, zorgmanager Klinisch Ondersteunende Sector: ‘Voortaan kunnen we snel de speurstoffen aanmaken die we no­ dig hebben. We onderzoeken­welke moleculen bij welke tumoren wer­ ken en maken ze in het cyclotron aan voor klinisch gebruik. Dat kun je alleen in een groot ziekenhuis. Nu we het cyclotron zelf beheren, kunnen we onze derdelijnsfunctie nog beter vervullen.­’ ‘Die tracers gebruiken we voor diagnose en therapie-opvolging, maar ook voor translationeel wetenschappelijk onderzoek’, zegt prof. dr. Goethals. ‘We werken immers samen met het labo van Infinity, INnovative Flemish IN vivo Imaging TechnologY. Dat is een onderzoekslaboratorium voor beeldvorming bij kleine proefdieren. Bij kleine proefdieren kun je verschillende PET-scans na elkaar maken. Daarmee kunnen we de respons nagaan van nieuwe therapieën, die we dan later in de kliniek kunnen gebruiken.’ Dienst Nucleaire Geneeskunde De Pintelaan 185, 9000 Gent tel. 09 332 30 28