Tot een aantal jaren geleden was het redelijk vanzelfsprekend om in een gebouw met een groot aantal werkplekken een eigen serverruimte te maken. Dit heeft nog steeds een aantal voordelen. Vandaag de dag zijn er echter een hoop alternatieven. Externe datacentra, cloud computing of varianten daarop. In dit document bespreken we een aantal alternatieven en zetten we de voor- en nadelen op een rij. Intern (On-Premise) Co-Location Infrastructure-as-a-Service (IaaS) Platform-as-a-Service (PaaS) Tot een aantal jaar geleden is dit de meest gekozen optie geweest en daardoor misschien ook wel het meest duidelijk voor iedereen. In het bedrijf komt een server ruimte waarin alles intern wordt opgebouwd. Een infrastructuur oplossing oftwel on-premise. Bij deze oplossing is alles in eigen beheer. Uiteraard is het ook mogelijk om zaken (deels) uit te besteden. Voordelen De locatie waar de serverruimte zit heeft altijd een goede verbinding met de servers. Zelfs bij een grote Internetstoring kunnen documenten, etc. gewoon benaderd worden. Ook vormt de verbindingssnelheid op die locatie geen bottleneck. Als het ondersteunende personeel op dezelfde locatie werkt als de serverruimte is er in geval van calamiteiten snel iemand die fysiek bij de server aanwezig kan zijn. Nadelen Er moet een geschikte ruimte in het gebouw zijn. Een goede serverruimte beschikt over een goede airco, een goede stroomvoorziening, liefst met aggregaat en anders met UPS-en (noodbatterij). Een verhoogde vloer is gewenst voor een goede luchtstroming en tenslotte moet er ook een goede blusinstallatie zijn. Het bouwen van een goede serverruimte kost (zonder aggregaat) al snel tussen de 10.000 en 20.000 Euro. Alle locaties moeten gekoppeld worden aan de locatie met de serverruimte. Deze hoofdlocatie moet dus over een goede Internetverbinding beschikken. Dat is niet altijd mogelijk of kan hoge investeringen met zich meebrengen. Om continuïteit te waarborgen moet de verbinding ook dubbel uitgevoerd worden. Dit scenario is erg vergelijkbaar met het On-Premise scenario. Het verschil is dat de omgeving nu niet in een eigen serverruimte staat maar volledig is ondergebracht in een extern datacentrum. In dit datacentrum worden 1 of meer serverracks gehuurd. In dit rack kan vervolgens de (eigen) apparatuur geplaatst worden. Voordelen De servers staan op een plek waar altijd een goede Internetverbinding is. Verbindingen in een goed datacentrum zijn van zeer hoge snelheid en ook dubbel (redundant) uitgevoerd. De ruimte is verder goed gekoeld en er is een goede (nood)stroom voorziening aanwezig. Blusinstallaties zijn ook allemaal geregeld. Kortom: Een perfecte serverruimte. Deze oplossing is schaalbaar. Uitbreiden is geen probleem als het gaat om connecties en ruimte. Nadelen Afhankelijkheid van een derde partij. Gebeurd er iets met het datacentrum dan is daar niet altijd invloed op uit te oefenen. Daarnaast zijn de IP adressen normaal gesproken van het datacentrum. Bij een verhuizing dienen alle verbindingen omgenummerd te worden. In geval van calamiteiten of uitbreidingen moet iemand naar het datacentrum toe. Dit kost reistijd. Bij Infrastructure-as-a-service neem je niet alleen de serverruimte af, zoals bij co-locatie, maar wordt ook de infrastructuur afgenomen. In figuur 1 is te zien wat er normaal gesproken afgenomen wordt. Normaal gesproken is dat het datacentrum gedeelte, het (fysieke) netwerk deel en de fysieke servers. Kortom: Er hoeft geen eigen apparatuur meer in het datacentrum geplaatst te worden. Alle hardware wordt afgenomen. De gebruikersorganisatie is zelf verantwoordelijk voor het beheer van de applicaties en het applicatieplatform (hiermee wordt bijvoorbeeld een SQL database bedoeld). Het besturingssysteem valt meestal ook onder de verantwoordelijkheid van de gebruikersorganisatie. De virtualisatielaag vormt de scheiding. Hierdoor zijn er eigenlijk twee varianten IaaS te benoemen. Variant A: De virtualisatielaag vormt onderdeel van de IaaS dienst. In deze variant kunnen vaak zelf de virtuele machines aangemaakt worden. Het beheer van de virtualisatiesoftware (hypervisor), de hardware en de storage wordt volledig verzorgd door de IaaS aanbieder. Bekende voorbeelden van deze variant zijn Amazon S3 of Microsoft Azure. Variant B: De virtualisatielaag is de verantwoordelijkheid van de afnemer. In deze variant is er een vrije keuze van virtualisatielaag en kan de laag geheel naar eigen wens ingericht en gefinetuned worden. Er is veel meer vrijheid en flexibiliteit. Het gevolg is wel dat het beheer complexer is. In feite wordt enkel de pure hardware, het “ijzer” afgenomen. Voordelen De voordelen van het Co-locatie scenario gelden ook voor dit scenario. Dus schaalbaarheid, geen eigen serverruimte nodig en een goede Internetverbinding. Er hoeft geen hardware aangeschaft te worden. Er is dus geen hoge initiële investering vereist. Het risico op onverwachte kosten door defecte hardware wordt uitgesloten. Variant A heeft als extra voordeel dat er letterlijk met een paar drukken op de knop meer capaciteit is te realiseren is, daarnaast heeft het geen extra onderhoud aan de apparatuur. Nadelen variant A: Volledige afhankelijk van een derde partij. De gehele infrastructuur is uitbesteed. Er is niets meer in eigen beheer of eigendom. De omgeving is schaalbaar, maar vaak niet flexibel. De mogelijkheid tot klant specifieke aanpassingen is laag. Vaak enkel in de OS laag. Plaatsen van eigen apparatuur of fysieke toegang tot de omgeving is vaak niet mogelijk. Nadelen variant B: Fors afhankelijk van derde partij. Contracten moeten vaak voor langere tijd aangegaan worden omdat de maandelijkse kosten anders extra hoog zijn. Weinig toegevoegde waarde ten opzichte van het co-locatie scenario. Variant B zou gezien kunnen worden als een veredelde financial-lease constructie. Platform-as-a-Service (PaaS) gaat verder dan Infrastructure-as-a-Service. Bij de meeste PaaS aanbieders is er enkel nog beheer op de applicaties nodig. Veelal worden er complete virtuele servers aangeboden die helemaal geconfigureerd zijn. Beheer op de OS laag (bijvoorbeeld het “Windows” beheer is niet nodig. Dit wordt allemaal gedaan. Ook installaties van SQL servers zijn meestal niet meer nodig. Er kunnen direct databases aangemaakt worden in een kant en klare database omgeving. Voordelen Het grootste voordeel van PaaS is gemak. Er is geen kennis meer nodig van onderliggende systemen. In feite kunnen applicatiebeheerders het volledige beheer op zich nemen. Het enige dat nog zelf gedaan moet worden is installatie en beheer van de applicaties zelf. Als er een nieuwe applicatieserver nodig is, dan kan deze met een paar drukken op de knop automatisch aangemaakt of aangevraagd worden. Nadelen Volledige afhankelijk van een derde partij. De gehele infrastructuur is uitbesteed. Er is niets meer in eigen beheer of eigendom. Mochten er problemen ontstaan met de aanbieder, dan kunnen de gevolgen groot zijn. Het grootste nadeel van PaaS is dat het veelal niet mogelijk is om aanpassingen te maken in de besturingssysteem laag (OS laag). Hierdoor kan het voor applicatieleveranciers lastig of zelfs onmogelijk zijn om een applicatie werkend te maken. Door de grote mate van automatisering bij de meeste aanbieders van PaaS oplossingen zijn uitzonderingen veelal onmogelijk. Over 10 jaar zullen vrijwel alle applicaties richting SaaS gaan. Voor bedrijven wordt dit vaak gezien als een ideale situatie. Het boekhoudpakket wordt dan afgenomen bij partij X, de HRM software bij partij Y, enzovoorts. Volledige keuze vrijheid en niet meer de afhankelijkheid van één partij die verantwoordelijk is voor de automatisering. Dit klinkt geweldig, maar helaas is dit nu nog een toekomstplaatje. Er zijn op dit moment nog diverse uitdagingen voordat dit mogelijk is. Zo zijn nog niet alle applicaties ECHT geschikt als SaaS. Natuurlijk, applicatie leveranciers brengen wel vaak applicaties onder de noemer SaaS uit, maar het gebeurt regelmatig dat dit dan applicaties zijn welke via terminal server of Citrix aangeboden worden. Op zich prima, maar vanuit het oogpunt van de gebruiker niet echt gebruiksvriendelijk. Zeker niet als je veel tussen applicaties moet wisselen. Daarnaast zijn er nog een aantal technische uitdagingen. De belangrijkste zijn: 1. Waar wordt de data opgeslagen? Zeker als vanuit verschillende applicaties toegang tot dezelfde data mogelijk moet zijn kan dit een hoofdbreker vormen. 2. Hoe wordt er omgegaan met identiteiten en wachtwoorden? Een gebruiker onthoud liever niet 5 verschillende gebruikersnamen en wachtwoorden. Dit kan voor veel helpdesk calls zorgen. Of gebruikers schrijven wachtwoorden op, gebruiken dezelfde, etc. Hierdoor kunnen veiligheidsrisico’s ontstaan. Totdat alle applicaties ECHT web gebaseerde SaaS applicaties zijn en onder andere de bovenstaande uitdagingen opgelost worden, zal er vaak gekozen moet worden tussen een hybride variant. Een of meerdere SaaS applicaties gekoppeld aan een interne omgeving of gekoppeld aan een extern gehoste omgeving (IaaS).