Duits Kapitel 6 2VWO Dante Boomgaard, A2J Duits PW kapitel 6 Inhoud Inhoud ............................................................................................................................ 2 Landeskunde ................................................................................................................ 3 Wörterlisten A ................................................................................................................ 5 Wörterlisten B ................................................................................................................. 6 2 Duits PW kapitel 6 Landeskunde 3 Duits PW kapitel 6 Grammatik blz. 89 De naamvallen 1e naamval onderwerp 4e naamval lijdend voorwerp mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud der ein den einen die eine die eine das ein das ein die keine die keine Der - groep: ddiesjedsolchallmanchwelch- der-groep ein-groep der-groep ein-groep Ein- groep: deze,dit iedere, elke zulke, zo'n alle sommige welke einkeinmeinseinihrunsereuerihr Ihr- een geen mijn zijn haar onze, ons jullie hun uw 1e naamval: Onderwerp zoeken in de zin wie/wat +gezegde 4e naamval: Lijdend voorwerp zoeken in de zin wie/wat +gezegde+onderwerp ook: tijdsbepalingen zonder voorzetsel http://webserver1.tabor.nl/oscarromero/vakken/Duits/Oefeningen/Grammatica/Naamvallen/Naamval lenInvul/Naamvallen2deklasInvul.htm 4 Duits PW kapitel 6 Wörterlisten A blz. 91 Duits Nederlands Taschengeld bekommen Zakgeld krijgen Kleidergeld kriegen Kleedgeld krijgen einen Nebenjob haben een baantje hebben Zeitungen austragen een krantenwijk hebben auf Kinder aufpassen op kinderen passen ausreichen voldoende zijn Geld ausgeben für geld uitgeven voor Geld borgen geld lenen zurückbezahlen terugbetalen einkaufen gehen boodschappen doen betragen bedragen bezahlen, zahlen betalen (an)bieten (aan)bieden kaufen kopen kosten kosten klauen jatten stehlen stelen billig goedkoop erhältlich verkrijgbaar finanziell financieel genug genoeg geöffnet geopend geschlossen gesloten ein eigenes Konto haben das Geld reicht nicht aus einen Einkaufsbummel machen mit Geld umgehen können das Einkaufszentrum die Gebrauchsanweisung die Einkaufsliste der Schuhladen Duits kostenlos preiswert teuer ungefähr der Backer umsonst der Blumenladen die Drogerie der Euro der Fleischer der Metzger der Franken der Friseur preisgünstig das Kaufhaus der Laden das Material der Preis die Schlange das Sportgeschäft der Supermarkt die Zeitschrift Nederlands gratis voordelig duur ongeveer de bakker gratis bloemenwinkel de drogist de euro de slager de slager de franc de kapper voordelig het warenhuis de winkel het materiaal de prijs de rij (kassa) de sportzaak de supermarkt het tijdschrift een eigen rekening hebben het geld is niet voldoende gaan winkelen met geld kunnen omgaan het winkelcentrum de gebruiksaanwijzing de boodschappenlijst de schoenenwinkel 5 Duits PW kapitel 6 Wörterlisten B blz. 92 Nederlands Duits Nederlands ... vind ik (niet) leuk gefällt mir (nicht) grijs de blouse is te wijd die Bluse ist zu weit oranje de broek is te strak die Hose ist zu eng roze de jurk is te groot das Kleid ist zu groß rood de rok is te kort der Rock ist zu kurz zwart het T-shirt is te klein das T-shirt ist zu klein paars een ketting van goud eine Kette aus Gold wit in de aanbieding im Angebot beige 20 procent korting 20 Prozent Rabatt blauw contant betalen bar bezahlen groen pinnen mit der Karte bezahlen bruin passen (voor aankoop) anprobieren geel passen (na aankoop) passen het gat onderhandelen verhandeln het werk een maatje groter eine Nummer größer de BTW vorige week vorige Woche de trui vorige maand vorigen Monat de sok vorig jaar voriges Jahr de plastic tas de handschoen der Handschuh de verkoper de kassa die Kassa de verkoopster de kassabon der Kassenzettel de (kleding)maat het pashokje die Umkleidekabine de klant (vrouw) het koopje das Schnäppchen de klant (man) de etalage das Schaufenster een paar nieuwe schoenen ein Paar neue Schuhe de portemonnee das Portemonnaie Duits grau orange rosa rot schwarz violett weiß beige blau grün braun gelb das Loch die Marke die MwSt. der Pulli die Socke die Tüte der Verkäufer die Verkäuferin die Größe die Kundin der Kunde 6 Duits PW kapitel 6 Plauderecke A blz. 84 7 Duits PW kapitel 6 Plauderecke B blz. 85 8