Downloaden - Diakonessenhuis

Werbung
Operatie van de oorspeekselklier
Parotidectomie
Inleiding
U wordt binnenkort opgenomen voor een operatieve verwijdering van de
oorspeekselklier (glandula parotis). Deze operatie wordt parotidectomie
genoemd. Na overleg met uw arts heeft u ingestemd met deze operatie. In deze
folder vindt u informatie over een parotidectomie en de gang van zaken rond de
operatie. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de medische situatie in uw
geval anders kan zijn dan beschreven is.
Locatiegegevens
Locatie Utrecht
Bosboomstraat 1
3582 KE Utrecht
Algemene informatie over een opname kunt u lezen in de folder ‘Opname in het
Diakonessenhuis’.
Locatie Zeist
Prof. Lorentzlaan 76
3707 HL Zeist
Algemeen
Locatie Doorn
Bergweg 2
3941 RB Doorn
Parotidectomie
Een parotidectomie is een chirurgische ingreep waarbij de oorspeekselklier, die
voor en onder het oor is gelegen, verwijderd wordt.
De oorspeekselklier
De oorspeekselklier maakt deel uit van een groep van vier grote speekselklieren,
waarvan naast de twee oorspeekselklieren (zie figuur 1) ook twee
onderkaakspeekselklieren deel uit maken. Daarnaast worden nog talloze
microscopisch kleine speekselkliertjes vlak onder het slijmvlies van de mond- en
keelholte aangetroffen. Al deze speekselklieren samen zorgen voor de dagelijkse
speekselproductie. Het speeksel zorgt voor de eerste stappen in de spijsvertering
en het vochtig houden van de slijmvliezen. Via een afvoergang die in het
wangslijmvlies uitmondt, wordt het speeksel naar de mondholte afgevoerd. Het
gemis van een (deel) van de oorspeekselklier heeft geen merkbare invloed op de
productie van het speeksel.
Dwars door de oorspeekselklier loopt een belangrijke zenuw: de
aangezichtszenuw (nervus facialis), die de mimiek (lachen, huilen, grimassen) van
het aangezicht verzorgt (zie figuur 2).
Diakonessenhuis, Keel-neus-oorheelkunde, folder KNO21/ 002
1
T 088 250 5000
www.diakonessenhuis.nl
Tumoren in de oorspeekselklier
Tumoren in de oorspeekselklier zijn vrij zeldzaam: 80% is goedaardig; 20% kwaadaardig. Ook kunnen
uitzaaiingen in de parotis voorkomen van huidtumoren (zoals melanomen en plaveiselcelcarcinomen) elders.
Behandeling door gespecialiseerde hoofd-halschirurgen
Vanwege het risico voor de aangezichtszenuw vindt de behandeling plaats in gespecialiseerde centra voor
hoofd-halschirurgie, zoals de universitaire ziekenhuizen, het NKI-AVL en enkele gespecialiseerde algemene
ziekenhuizen. Ook in het Diakonessenhuis kunt u terecht voor deze behandeling . De operatie wordt
uitgevoerd door gespecialiseerde KNO-artsen/hoofd-halschirurgen met veel ervaring.
Diakonessenhuis, Keel-neus-oorheelkunde, folder KNO21/ 002
2
Diagnose
De precieze aard van een gezwel in de oorspeekselklier is voor de operatie niet altijd exact vast te stellen.
Meestal wordt een celpunctie gedaan. Hierbij worden enkele cellen uit het gezwel opgezogen. De cellen
worden microscopisch onderzocht. De KNO-arts kan dan een voorzichtige uitspraak doen over de aard van
de aandoening. Definitieve uitspraken zijn alleen mogelijk na onderzoek van de speekselklier zelf.
Een MRI of CT-scan is uitsluitend nodig bij tumoren in een diep deel van de klier of bij kwaadaardige
tumoren. Een echo is uitsluitend nodig wanneer er gezocht wordt naar uitzaaiingen in de hals of om een
meer gerichte punctie te doen uit een cystewand.
Voorbereidingen
Voorbereidingen thuis
Voorschriften over nuchter zijn en medicijngebruik kunt u vinden in de folder ‘Algehele en regionale
anesthesie’.
Verhinderd
Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname)
melden aan de polikliniek KNO? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen
een nieuwe afspraak maken.
Indien u verkouden bent, griep of koorts heeft, kan het zijn dat de arts de operatie uitstelt. U kunt hiervoor
contact opnemen met de polikliniek KNO.
De opname
Melden
U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling.
Anesthesie
Ooroperaties vinden plaats onder algehele verdoving. De medische term voor verdoving is anesthesie.
Informatie over de verdoving vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.
De operatie
Typen operatieve ingrepen
De uitgebreidheid van het gezwel is bepalend voor het type operatie. Er zijn twee mogelijkheden:
-
Partiële parotidectomie. Meestal is het voldoende om een deel van de oorspeekselklier te verwijderen. Het
gaat dan om het oppervlakkige deel van de klier dat aan de buitenzijde van de aangezichtszenuw ligt.
(Sub)totale parotidectomie. In zeldzame gevallen wordt al het speekselklierweefsel operatief
weggenomen, dus ook het weefsel onder de aangezichtszenuw. De kans op letsel van de zenuw is hierbij
verhoogd.
Diakonessenhuis, Keel-neus-oorheelkunde, folder KNO21/ 002
3
Gang van zaken tijdens de operatie
De benadering voor een oppervlakkige en totale parotidectomie is via een snede, die vlak voor het oor
gelegen is en zich naar de hals uitstrekt bij voorkeur in een huidplooi van de hals (zie figuur 3).
Soms kan een incisie achter het oor worden doorgetrokken om het litteken te verbergen (zie figuur 4). Op
deze wijze kan een ruim zicht op het operatiegebied verkregen worden, waardoor de aangezichtszenuw
verantwoord kan worden opgezocht. De zenuw komt vanachter uit het bot van het middenoor in de
oorspeekselklier aan en vertakt zich wisselend naar de verschillende spiergroepen van het aangezicht. In het
geval van verdenking op een kwaadaardig gezwel wordt ook een lymfeklier aan de onderzijde van de
speekselklier voor microscopisch onderzoek verwijderd. Wanneer blijkt dat hierin eveneens kwaadaardig
weefsel wordt aangetroffen, vindt uitbreiding van de ingreep met verwijdering van de andere halsklieren
plaats. Vóór het sluiten van de huid over de operatiewond, wordt een wonddrain ingebracht voor de afvoer
van het wondvocht, die in de hals wordt uitgeleid. Gemiddeld gesproken kan deze drain na twee tot drie
dagen verwijderd worden. Verwijdering van de hechtingen vindt acht tot tien dagen na de operatie plaats.
Duur van de operatie
De duur van de operatie is 2 tot 3,5 uur. De operatieduur hangt af van de uitgebreidheid en plaats van de
aandoening in de oorspeekselklier.
Diakonessenhuis, Keel-neus-oorheelkunde, folder KNO21/ 002
4
Na de operatie
De uitslaapkamer
U wordt na de operatie wakker op de uitslaapkamer (recovery) van de operatieafdeling. Wanneer u
voldoende hersteld bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling.
Terug op de afdeling
Eten
De avond na de operatie kunt u een lichte maaltijd gebruiken, tenzij uw behandelend KNO-arts/hoofdhalschirurg anders heeft geadviseerd.
Wonddrain
Voor de afvoer van wondvocht en om bloedophoping onder de huid te voorkomen, is een wonddrain
(slangetje) in de wond gelegd, die door de huid van de hals weer naar buiten komt. De wonddrain is meestal
één tot drie dagen nodig. Over het algemeen kunt u met de wonddrain gewoon naar huis.
Bij- en nawerkingen
Zwelling
In het wondgebied treedt vaak enige zwelling op, die na verloop van enkele weken verdwenen is.
Gevoelszenuw
Om een goed zicht op het gezwel te krijgen, is het niet altijd mogelijk om een gevoelszenuw in de hals te
sparen. Dit veroorzaakt na de operatie een verdoofd gevoel van de oorschelp en het operatiegebied. Na
verloop van enkele maanden wordt het verdoofde gebied kleiner en is zelfs bijna volledig herstel mogelijk.
De oorlel blijft vaak gevoelloos.
Aangezichtszenuw
De aangezichtszenuw moet tijdens de operatie zorgvuldig worden vrijgelegd. Elke aanraking van de zenuw
met chirurgische instrumenten kan zwelling van de zenuw veroorzaken. Hierdoor kan de functie na de
operatie verminderd zijn. De spieractiviteit in de gelaatshelft kan hierdoor verminderen, waardoor bij
bijvoorbeeld glimlachen een scheef gezicht ontstaat. Voorafgaand aan de operatie valt niet vast te stellen bij
wie een dergelijke tijdelijke uitval optreedt. Een zenuw die tijdens de operatie volledig intact blijft, herstelt
zich meestal vrijwel geheel in de loop van enkele maanden.
Het risico op een tijdelijke (gedeeltelijke) verlamming van de aangezichtszenuw na de operatie is grofweg
minder dan 10%. Bij goedaardige tumoren is het risico op blijvende uitval bij een ervaren operateur erg klein.
Bij kwaadaardige tumoren en ontstekingen is het risico beduidend groter en ook afhankelijk van de grootte
en plaats van de tumor.
In sommige gevallen kan sprake zijn van aantasting van (enkele vertakkingen van) de aangezichtszenuw
door een kwaadaardig gezwel. Hierdoor is al vóór de operatie sprake van een (gedeeltelijk) verlamde
aangezichtshelft. Is dit het geval dan kunnen vertakking(en) of de gehele zenuw niet gespaard blijven; de
zenuw wordt dan met de tumor weggehaald. Door een zenuwtransplantaat wordt het verloop van de zenuw
dan eventueel weer hersteld. Verwachtingen over een volledig herstel van de zenuwfunctie mogen echter
niet te hoog gespannen zijn. Soms kan door een KNO-arts/hoofd- halschirurg de gezichtshelft worden
opgetrokken of een goudgewichtje in het oog worden geplaatst om het oog weer te laten sluiten.
Diakonessenhuis, Keel-neus-oorheelkunde, folder KNO21/ 002
5
Syndroom van Frey
Door het verwijderen van (een deel) van de oorspeekselklier worden met het blote oog niet zichtbare
zenuwen, die voor de speekselproductie belangrijk zijn, doorsneden. Na de ingreep kunnen deze
doorsneden zenuwtakjes vergroeien met zenuwuiteinden van de zweetkliertjes, waardoor een soort
‘kortsluiting’ ontstaat. Dit kan bij het ruiken of zien van voedsel tijdens een maaltijd leiden tot transpiratie en
roodheid van de huid in het geopereerde gebied (Syndroom van Frey). Dit komt voor bij ongeveer 10% van
de patiënten. Meestal komt dit niet eerder voor dan enkele maanden na de ingreep. Wanneer dit tot
problemen aanleiding geeft is behandeling noodzakelijk met plaatselijke injecties van een medicijn dat deze
zenuwtjes blokkeert.
Bestraling
Wanneer er sprake is van een kwaadaardige tumor is er meestal een indicatie voor nabestraling. De
bestraling is dagelijks en duurt zes tot zeven weken. Bij goedaardige tumoren wordt uitsluitend bestraald
wanneer de tumor niet volledig is verwijderd. Dit komt slechts zeer zelden voor.
Complicaties
Complicaties komen zelden voor. Toch is het belangrijk hier wel iets over te zeggen.
Nabloeding
Wanneer de wonddrain fors gaat lopen, de wang dikker wordt en/of het kuiltje, dat voor of onder het oor ligt,
opgevuld raakt, dan moet de KNO-arts worden gewaarschuwd. Het is dan meestal noodzakelijk opnieuw de
wond onder narcose te openen en een bloedend bloedvaatje dicht te maken. Een nabloeding vindt meestal
plaats in de eerste zes uur na de operatie.
Ontsteking van de wond
Soms blijft het wondgebied (te) pijnlijk. Bij onderzoek is het dan ook rood en gezwollen. Neem dan contact
op met het ziekenhuis. U krijgt hiervoor soms van de KNO-arts een antibioticumkuur.
Aangezichtsverlamming
Doordat tijdens de operatie de aangezichtszenuw wordt aangeraakt, ontstaat een tijdelijk verminderde
functie van de zenuw. Het gevolg is een gehele of gedeeltelijke uitval van de mogelijkheid om de
aangezichtsspieren van één helft van het gelaat te bewegen (aangezichtsverlamming). Gelukkig herstelt de
zenuw zich in weken tijd meestal volledig. De duur van de uitval en het eventuele niet gehele herstel hangt
voornamelijk af van de uitgebreidheid van de operatie. Het herstel kan niet worden bespoedigd.
Een zenuw, die tijdens de operatie volledig intact gebleven is, herstelt zonder behandeling in de loop van
enkele weken tot maanden. De kans op een tijdelijke (gedeeltelijke) verlamming van de aangezichtszenuw
na de operatie is minder dan 10%. Het risico van een blijvende uitval is in het geval van een goedaardig
gezwel bij een ervaren operateur klein. Een zenuwtransplantaat geeft vrijwel nooit volledig herstel. Na een
jaar is de maximale herstelfunctie bereikt.
Ontstoken oog
Als door de aangezichtsverlamming het oog niet meer (geheel) sluit kan de oogbol uitdrogen en een
oogontsteking optreden. Er ontstaat een pijnlijk, tranend, rood oog. Behandeling met een
horlogeglasverband en/of oogdruppels is dan nodig. Een oogarts hoeft meestal niet te worden ingeschakeld.
Diakonessenhuis, Keel-neus-oorheelkunde, folder KNO21/ 002
6
Ontslag
Naar huis
In principe kunt u de dag na operatie naar huis. Soms heeft u dan nog een drain. In dat geval wordt u de
volgende dag voor wondinspectie op de polikliniek KNO verwacht.
Wij adviseren om niet zelf naar huis te rijden. Regel daarom vervoer naar huis.
Hechtingen
De hechtingen worden tijdens een controleafspraak verwijderd.
Adviezen voor thuis
Van pijnklachten is zelden sprake na de operatie. Mocht u pijn hebben dan kunt u hiervoor Paracetamol
gebruiken.
Tot de eerste controleafspraak moet u het verband droog houden en de pleisters laten zitten.
Controleafspraak
In de eerste week na de operatie heeft u een controleafspraak op de polikliniek KNO/Hoofd-halschirurgie.
Afhankelijk van de wondgenezing en de aard van de aandoening worden vervolgafspraken gemaakt.
Problemen
Bij problemen kunt u contact opnemen met de polikliniek KNO. De eerste avond en nacht na het ontslag
kunt u bij problemen via de Spoedeisende hulp van het ziekenhuis contact opnemen met de KNO-arts. Doen
zich na de eerste 24 uur nog problemen voor, neem dan contact op met de polikliniek KNO. Op de
momenten dat de polikliniek KNO gesloten is, kunt u uw (waarnemend) huisarts bellen.
Meer informatie
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of wenst u nadere uitleg? Neem dan contact op met uw
KNO-arts.
(Patiënten)organisaties
Meer informatie vindt u op de website www.kno.nl.
Klachten
Het Diakonessenhuis streeft ernaar optimale zorg te verlenen. Toch kan het voorkomen dat u niet tevreden
bent. Wij stellen het op prijs als u uw klacht of ongenoegen met ons bespreekt. U kunt zich wenden tot de
direct betrokken medewerker of de leidinggevende. Als u liever een neutraal persoon inschakelt, kunt u
terecht bij de klachtenfunctionaris via telefoonnummer 088 250 6143 (Utrecht), 088 250 9313 (Zeist/ Doorn),
via e-mail [email protected] of via het klachtenformulier op www.diakonessenhuis.nl.
Opmerkingen over de tekst
Ontbreekt er informatie of is iets onduidelijk beschreven, dan horen wij dat graag. Met medische vragen over
uw behandeling kunt u bellen met de betrokken afdeling via de telefoonnummers achter in deze folder.
Opmerkingen over de tekst kunt u doorgeven aan de afdeling Communicatie via telefoonnummer 088 250
9705 of via [email protected].
Diakonessenhuis, Keel-neus-oorheelkunde, folder KNO21/ 002
7
Tot slot
Over het Diakonessenhuis Utrecht, Zeist, Doorn
Het Diakonessenhuis Utrecht, Zeist, Doorn is een vooruitstrevend algemeen ziekenhuis en het oudste
Diakonessenhuis van Nederland. Onze medewerkers zetten zich iedere dag in om de beste zorg dichtbij te
leveren. Dat wil zeggen dat kwalitatief hoogwaardige medische en verpleegkundige zorg en zorgzaamheid
voorop staan. Het Diakonessenhuis biedt een breed scala aan uitstekende zorg en specialisaties waaronder
zorg op maat voor ouderen, vrouw en kindzorg en zorg voor mensen met kanker. Locatie Utrecht, het
stadsziekenhuis, huisvest één van de meest uitgebreide bevallingscentra van Nederland, een uniek
kankerdagbehandelcentrum en een geavanceerd spoedzorgcentrum. Locatie Zeist is een vitaal
streekziekenhuis gespecialiseerd in zorg op maat voor ouderen en chronisch zieken. In Doorn staat een goed
toegankelijke buitenpolikliniek waar vrijwel alle specialismen spreekuur houden. Het Diakonessenhuis is ook
gespecialiseerd in kijkoperaties van liesbreuken, de behandeling van slaap- en snurkproblemen,
pijnbehandeling, keel- neus- en oorbehandelingen en in hoofd-halschirurgie.
Algemene voorwaarden
Op de dienstverlening van het Diakonessenhuis zijn algemene voorwaarden van toepassing. U vindt de
voorwaarden op www.diakonessenhuis.nl in de rubriek 'Naar het ziekenhuis'.
Telefoonnummers
Polikliniek KNO Utrecht/ Zeist
088 250 5026
Polikliniek Doorn
088 250 8888
Verpleegafdeling Orthopedie, Urologie, KNO, Interne Geneeskunde en Plastische chirurgie (3 CD)
088 250 6362 / 088 250 6363
Kort verblijf Zeist (A4)
088 250 9589
Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211
Diakonessenhuis, Keel-neus-oorheelkunde, folder KNO21/ 002
8
Herunterladen